Lexicon
Kort lexicon tot nut van de rechtzoekende, waarin enige uitleg wordt gegeven van de meest gangbare geschreven rechtstaal van het Hof van Cassatie en van het parket bij dit Hof.
Dit korte lexicon is er niet op gericht wetenschappelijk te zijn. Het is dus noodzakelijk onvolledig en mist wetenschappelijke gestrengheid. Het zal bovendien nooit de weldoordachte inlichtingen vervangen die een advocaat bij het Hof van Cassatie of een advocaat verstrekt. Het enige objectief ervan is een poging om een vakjargon toegankelijker te maken voor een groot publiek. De enige verdienste van dit lexicon is dat het bestaat
Hieronder volgt dus de beknopte verklaring van enkele termen die in de arresten van het Hof worden gebruikt.
ADVOCAAT BIJ HET HOF VAN CASSATIE
In burgerlijke zaken, handelszaken of sociale zaken evenals in zaken van een cassatieberoep tegen beslissingen van beroepsorden in zake tucht, moeten de partijen verplicht vertegenwoordigd zijn door advocaten die gespecialiseerd zijn in de cassatietechniek. Het zijn ministeriële ambtenaren die de verzoekschriften en de memories van antwoord ondertekenen. In strafzaken en in fiscale zaken is geen vertegenwoordiging door een lid van de balie bij het Hof van Cassatie vereist.
AMBTSHALVE MIDDEL
In strafzaken onderzoekt het Hof van Cassatie ambtshalve, in het belang van de verdachte, de in verdenking gestelde of de beschuldigde die een ontvankelijk cassatieberoep heeft ingesteld tegen de beslissing over de publieke vordering die tegen hem is gericht, of die beslissing in overeenstemming met de wet is en of al wat in de rechtspleging op straffe van nietigheid is voorgeschreven of substantieel is, werd nageleefd. Stelt het Hof van Cassatie wat dat betreft een onwettigheid vast, dan werpt het die ambtshalve op, dit is wanneer de eiser in cassatie die onwettigheid niet zelf in een cassatiemiddel heeft opgeworpen.
BESTREDEN BESLISSING
De bestreden beslissing is de beslissing van de feitenrechter waartegen een cassatieberoep is ingesteld. Dit mag niet worden verward met de beroepen beslissing die gewezen is door de eerste rechter en waartegen hoger beroep werd ingesteld.
BUREAU VOOR GERECHTELIJKE BIJSTAND
De personen die niet in staat zijn de kosten van een rechtspleging in cassatie te dragen, kunnen, in het bijzonder in de gevallen waarin de bijstand van een advocaat bij het Hof van Cassatie vereist is, gerechtelijke bijstand vragen. Zij kunnen die bijstand vragen aan dit bureau, dat wordt voorgezeten door een raadsheer in het Hof van Cassatie. De inlichtingen daaromtrent, in het bijzonder de vereisten van onvermogen om te kunnen genieten van die bijstand, zijn te vinden op de website (kosteloos). Op die website staan formulieren voor een verzoek tot gerechtelijke bijstand en die kunnen ook worden verkregen op de griffie van het Hof van Cassatie.
CASSATIEARREST
Het Hof van Cassatie beslist door het vellen van een arrest. Dit wordt in de regel gewezen door vijf raadsheren (= rechters) en soms (als de oplossing blijkbaar voor de hand ligt) door drie raadsheren. Een arrest kan ook worden gewezen door een voltallige kamer, die dan bestaat uit vijf raadsheren die behoren tot de taalrol die overeenstemt met de taal van de rechtspleging en uit vier raadsheren die tot de andere taalrol behoren. In de door de wet bepaalde uitzonderlijke gevallen, zetelt het Hof in verenigde kamers.
Meestal wordt het arrest gewezen de dag zelf van de rezitting. Het wordt uitgesproken door de magistraat die de zaak voorzit.
Bepaalde arresten worden gepubliceerd, in het Frans in de Pasicrisie en in het Nederlands in de “Arresten van het Hof van Cassatie”. De gepubliceerde arresten kunnen worden geraadpleegd op het internet (gratis).
CASSATIEBEROEP
Cassatieberoep is een synoniem voor het rechtsmiddel voor het Hof van Cassatie.
CASSATIEBEROEP (MIDDEL VAN NIET-ONTVANKELIJKHEID AANGEVOERD TEGEN)
Een middel van niet-ontvankelijkheid tegen een cassatieberoep is een exceptie die de verweerder of het openbaar ministerie (dit is het parket) bij het Hof van Cassatie opwerpt tegen het cassatieberoep om dit niet-ontvankelijk te doen verklaren door het Hof. Zie, hieronder, niet-ontvankelijk cassatieberoep.
CASSATIEMIDDEL
Het cassatiemiddel is een grief in rechte die gericht is tegen de bestreden beslissing. Het geeft aan wat in de bestreden beslissing of in de daaraan voorgaande rechtspleging in strijd is met de wet. Soms wordt het cassatiemiddel onderverdeeld in verschillende delen. Die delen worden onderdelen genoemd. Het cassatieberoep kan bestaan uit een of uit meerdere middelen. Voor een goed begrip van de bovenstaande opmerkingen is het van belang te weten dat het Hof van Cassatie geen derde aanleg vormt die de feitelijke omstandigheden nagaat (na eerste aanleg en hoger beroep), maar dat de opdracht van het Hof van Cassatie bestaat in een toezicht op de regelmatigheid van de motivering en de wettigheid van de voorgelegde beslissingen. Door aldus na te gaan of de bestreden beslissing in rechte juist is, is het Hof van Cassatie in bepaald opzicht de “rechter van de rechter”.
Als in het arrest van het Hof van Cassatie de tekst van het middel is opgenomen, is dit de weergave van de tekst van de eiser zelf, zonder enige wijziging door het Hof
CASSATIEMIDDEL (GROND VAN NIET ONTVANKELIJKHEID TEGEN)
De grond van niet-ontvankelijkheid is de exceptie die de verweerder in cassatie of het openbaar ministerie opwerpt tegen een cassatiemiddel om het door het Hof van Cassatie niet-ontvankelijk te doen verklaren. Zie hieronder, niet-ontvankelijk middel.
GEGROND MIDDEL
Een cassatiemiddel is gegrond als het door het Hof van Cassatie wordt aangenomen en bijgevolg leidt tot de vernietiging of gedeeltelijke vernietiging van de bestreden beslissing.
MIDDEL DAT FAALT NAAR RECHT
Een cassatiemiddel faalt naar recht als het uitgaat van een juridische stelling die het Hof van Cassatie onjuist vindt.
MIDDEL DAT FEITELIJKE GRONDSLAG MIST
Een cassatiemiddel mist feitelijke grondslag als het steunt op een onjuiste lezing of een onjuiste interpretatie van de bestreden beslissing. Als het Hof van Cassatie die formule gebruikt, sluit die dus elke oplossing van om het even welk rechtsprobleem uit. De arresten van het Hof van Cassatie die zulk antwoord geven op een cassatiemiddel, worden in de regel niet gepubliceerd op initiatief van het Hof van Cassatie of zijn parket.
MIDDEL DAT NIET KAN WORDEN AANGENOMEN
Het Hof van Cassatie gebruikt de formule dat een middel niet kan worden aangenomen als het oordeelt dat het cassatiemiddel wel ontvankelijk, maar niet gegrond is en dat het geen feitelijke grondslag mist en niet faalt naar recht, zodat het Hof van Cassatie nagaat, binnen de grenzen van het middel, of de feitenrechter een juiste toepassing heeft gemaakt van de rechtsregel waarvan de schending is aangevoerd.
NIET-ONTVANKELIJK MIDDEL
Alvorens over de grond van het cassatiemiddel uitspraak te doen, moet het Hof van Cassatie bepaalde voorafgaande vragen onderzoeken, die de ontvankelijkheid van het cassatiemiddel betreffen. Dat houdt verband met het feit dat het Hof van Cassatie slechts kennis neemt van rechtsvragen die mits naleving van bepaalde vereisten in duidelijke bewoordingen en op grond van feiten die in het bestreden vonnis zijn vastgesteld, aanhangig zijn gemaakt.
Voldoet het cassatiemiddel niet aan al die vereisten, dan is het niet ontvankelijk. Zijn bijvoorbeeld niet ontvankelijk:
- een onnauwkeurig of onduidelijk middel;
- een middel dat de beoordeling in feite van de gegevens van de zaak door de feitenrechter bekritiseert;
- een middel dat kritiek inhoudt op een beslissing die de eiser in cassatie niet betreft.
- een middel dat nieuw is doordat het voor de feitenrechter niet werd aangevoerd en niet voor de eerste maal voor het Hof kan worden aangevoerd.
NIET-ONTVANKELIJK CASSATIEBEROEP
Een niet-ontvankelijk cassatieberoep is een cassatieberoep dat niet voldoet aan de daartoe voorgeschreven wettelijke vereisten. Een voorbeeld: in burgerlijke en sociale zaken moet het verzoekschrift tot cassatie worden ondertekend door een advocaat bij het Hof van Cassatie. Is dit niet het geval, dan is het cassatieberoep niet ontvankelijk.
RECHTSZITTING VAN HET HOF VAN CASSATIE
Tijdens de rechtszitting wordt een kort verslag gedaan door de raadsheer die door de eerste voorzitter is aangewezen om een ontwerp op te stellen. Daarna concludeert het openbaar ministerie. Vervolgens worden partijen gehoord. De advocaat bij het Hof van Cassatie pleit slechts uitzonderlijk. Er wordt beraadslaagd in raadkamer. Meestal wordt het arrest dezelfde dag uitgesproken.
VERWIJZING VAN DE ZAAK NA CASSATIE
Als het Hof van Cassatie de bestreden beslissing vernietigt en het de zaak verwijst naar een andere rechter (in principe van dezelfde rang als degene die de bestreden beslissing heeft gewezen), is die rechter in de regel niet gehouden zich te voegen naar het arrest van het Hof. Komt er echter toch een nieuw cassatieberoep dat steunt op dezelfde rechtsvraag, dan beslist het Hof in verenigde kamers en, wordt er vernietigd, dan is de verwijzingsrechter gebonden door de beslissing van het Hof. Als de beslissing van de rechter waarnaar de zaak werd verwezen echter overeenstemt met het verwijzingsarrest van het Hof, kan die beslissing niet meer worden bestreden door een cassatieberoep.